Venezuela

Na ongeveer 10 uur vliegen vanaf Amsterdam kwamen we aan op de internationale luchthaven van Venezuela in Caracas. We moesten enkele uren wachten voor onze doorvlucht naar Barcelona. Van Barcelona reden we naar Puerto de la Cruz. Het was inmiddels diep in de nacht en we snakten naar een bed. De volgende ochtend moesten we vroeg opstaan en stond er een busje klaar en maakten we kennis met ons reisgezelschap voor de komende 14 dagen. We zouden vandaag ongeveer 205 kilometer afleggen. We vertrokken richting het oosten en volgden min of meer de prachtige kust. Onderweg zagen we prachtige glooiende landschappen en een schitterende natuur. Toen we de kust verlaten hadden klommen we al gauw naar een hoogte van zo’n 900 meter. In de buurt van het dorpje Caripe bezochten we de druipsteengrotten van Guacharo. Hier wonen de Guacharo-vogels die zich in het donker oriënteren met echo locatie net als vleermuizen. In de grot hoor je onheilspellende geluiden. Het schijnt dat Hitchcock de geluiden voor zijn beroemde film “The Birds” hier heeft opgenomen. In de buurt kun je een grote waterval bezichtigen. De wandeling (enkele reis) duurt ongeveer 3 kwartier. ‘s Avonds verbleven we in een hotelletje in Caripe. Onze reisleider regelde nog een diner bij een plaatselijk restaurantje en daarna gingen we onder een klamboe slapen bij het fluitende geluid van kikkers in de tuin op de binnenplaats.

De tweede dag bezochten we indianen die de Orinoco delta bewonen. Dit gebied is zo moerassig dat er nauwelijks land is waar je kan lopen, alle transport vindt per boot plaats. Met een bootje zijn we de rivier op gegaan en we hebben in de stromende regen op piranha’s gevist. Op de oever van de rivier stond het schooltje dat je op de foto hieronder ziet. (Een school zonder internet aansluiting??? kan dat???). Aan het einde van de dag staken we de Orinoco over bij Puerta Ordaz. De rivier is hier breed, vies en druk bevaren. Hoewel je hier enige honderden kilometers van zee af bent varen er nog steeds grote tankers het binnenland in. Er is zelfs een groot verschil tussen eb en vloed te merken.

De vierde dag zijn we na het ontbijt naar het Cachamay Park geweest in Puerto Ordaz. Dit is een grote stroomversnelling in de Caroni rivier. Daarna zijn we met de bus richting de Gran Sabana gereden. Vandaag leggen we 425 km af. Langzaam verandert het landschap om ons heen. We rijden door uitgestrekte bossen waar goudzoekers wonen (El Callao), in dit gebied bevind zich het Eldorado waar Papillon een tijd in de gevangenis heeft gezeten. Tegen het vallen van de avond wordt het landschap dichter begroeid en bevinden we ons op een hoogvlakte met grote tafelbergen; Tepuis genoemd door de hier wonende Pemon indianen. Dit is de Gran Sabana. Ons onderkomen voor vanavond in Akopan zijn “luxe” hutten op palen. ‘s Avonds was het koud en bij het kampvuur trekken we 2 truien aan. Onze chauffeur is samen met een reisgenoot en Johanny 150 km teruggereden naar de dichtstbijzijnde winkel om drank in te slaan. We verbleven hier twee nachten.

De volgende ochtend bij het ontbijt werd er nog gesproken over de griezelige “dikke pad” die gisteren bij het avondeten onder de tafel doorliep. Het bruine beest was wel 30 cm hoog en had lelijke wratten op z’n lichaam; zelden zo’n lelijk dier gezien. Op het programma vandaag staat een tocht over de zandpaden van de Gran Sabana. Overal om ons heen zien we de Tepuis (tafelbergen). Dit gebied wordt in de folders ook wel omschreven als “The lost world” naar het boek van Conan Doyle uit 1912 wat zich op een berg in Venezuela afspeelt. We bezoeken een indiaanse nederzetting (Iboribo) en we maken een voettocht van ruim een uur naar een geweldige waterval. Onze gids had gezegd dat we goede schoenen moesten aantrekken omdat we over ruw terrein zouden lopen, maar de indiaanse vrouw die ons de weg wees heeft het hele stuk op blote voeten afgelegd. De waterval (Chinak Meru) is mooi en 100 meter hoog. ‘s Avonds zijn we terug in Akopan waar we overnachten.

De Tepuis zijn fantastische tafelbergen die ontstaan door verticale krachten in de aardkorst. Door erosie van de zachtste delen zijn de typische vormen ontstaan. De grootste is de Auyan-tepui met een opp. van 700 km2. Over de rand van deze tepui stort de Angelfall het water 978 meter omlaag. De hoogste tepui is 2810 meter (Roraima tepui).

De volgende dag rijden we naar het zuiden van de Gran Sabana. Onderweg stoppen we voor enkele watervallen waar we ook kunnen zwemmen. We kunnen bijna geen waterval meer zien. We naderen nu de grens met Brazilië en als de schemer is gevallen passeren we de grens. Het invullen van de grensdocumenten heeft heel wat voeten in de aarde en zelfs onze bagage moet van de bus. Als het inmiddels helemaal donker is zijn we weer terug in Venezuela en bereiken we via een hele slechte weg een “camp” waar we zullen overnachten. Zoals elke avond wordt het bij een alcoholische versnapering weer laat en worden alle bijverschijnselen van het malaria middel LARIAM weer eens opgesomd. Wij besluiten hier (bijna aan de rand van de Amazone) met het middel te stoppen. Over enkele dagen willen we gaan duiken en met deze verschijnselen zou dat levensgevaarlijk zijn. Slapeloosheid en het gevoel dat de wereld “uit het lood” staat. Voor het moment genieten we nog even van een zwoele zomeravond op de Gran Sabana.

De laatste dag vliegen we met een oude Dakota naar Canaima. Dit is een zeer toeristisch centrum rond een aantal (jawel) watervallen. De vlucht ging over de Angelfalls de hoogste waterval ter wereld (bijna 1 km hoog). Helaas was het bewolkt en zagen we niets. Na een bliksem bezoek van Canaima vlogen we met hetzelfde toestel naar Ciudad Bolivar vlakbij Puerto Ordaz. ‘s Avonds slapen we in hetzelfde hotel als 14 dagen geleden. De volgende dag maken we nog een wandeling door het park en bekijken nog een laatste stroomversnelling. Rond het middaguur vertrekken we naar het vliegveld voor onze vlucht naar Isla Margarita. We nemen afscheid van de gids want de hele groep gaat naar Isla Margarita.

Schooltje langs de Orinoco

Reacties zijn gesloten.