Grappige verhalen

Nachtelijke geluiden:

Bijvoorbeeld die keer dat wij in Phuket (Thailand) waren. Thuis hadden we ons al geïnformeerd en vernomen dat Patong een druk bezocht oord was door duikers maar ook voor de liefhebbers van het nachtleven. Bij het inchecken bij het hotel hadden we dan ook onze voorkeur opgegeven voor een rustige plek en in het hotel. Gedurende de eerste dagen van ons verblijf hadden we dan ook niets te klagen, ons hotel was inderdaad rustig gelegen, buiten het centrum waar het sekstoerisme welig tierde. Onze cabana (nr 61) lag tegenover een prachtige vijver in een tropische tuin. Het duiken was goed georganiseerd en de riffen wonderschoon.

‘s Morgens stonden we vroeg op en ‘s avonds gingen we vroeg naar bed. Helaas bleef het niet zo idyllisch. Drie dagen voor ons vertrek liep er een Amerikaans vliegdekschip de haven binnen met daarop 3000 mariniers die ruim 6 maanden op zee in de Arabische Golf hadden gevaren tijdens de Afghanistan-oorlog.. De cabana naast ons werd vanaf toen bewoond door twee mariniers die overdag sliepen en op het tijdsstip dat wij naar bed gingen het centrum opzochten om Thaise prostituees te vinden. Rond middernacht waren ze dan terug met meerdere jongens en meisjes. Een vreselijk kabaal vanuit de aangrenzende cabana was het gevolg. Er was geen ontkomen aan, laat staan een oog dicht te doen. Zelfs de televisie hard zetten had geen zin. De tweede nacht toen de sex-orgie middenin de nacht weer losbarstte hebben we de portier gebeld met de vraag of hij wat kon doen aan het lawaai in kamer 62. Hij zegde ons toe dat hij een kijkje zou gaan nemen. Na ruim een uur wakker liggen en proberen aan iets anders te denken dan aan de geluiden naast ons hebben we de frontdesk gebeld en ook hier werd ons verteld dat ze naar kamer 62 zouden bellen om te vragen of het rustiger kon. Helaas hielden de geluiden pas tegen de morgen op toen wij met roodomrande ogen onze duikspullen inpakten om te gaan duiken. Toen we later bij de receptie de manager vroegen of hij van plan was om er nog wat aan te doen kregen we te horen dat wij de laatste nacht in de bruidsuite mochten slapen met jacuzi buiten op het balkon. Toen we onze spullen gingen pakken kwamen we tot de ontdekking dat we ons ‘s nachts vergist hadden. De mariniers sliepen in kamer 60!! Op kamer 62 verbleef een rustig, ouder echtpaar dat helaas door de portier en de receptie diverse keren gebeld waren de vorige nacht  met de vraag of het wat rustiger kon. Arme oudjes!

Duisternis:

De stroomvoorziening op de Seychellen was in 1995 nog niet zo ver ontwikkeld dat het hele eiland continue van stroom voorzien kon worden. Men had 3 turbines die, om warmlopen te voorkomen, om de beurt tenminste voor 13 uur werden uitgeschakeld. Dit betekende dat om de 3 dagen een deel van het eiland zonder stroom kwam te zitten. Op zich hoeft dat nog geen probleem te zijn maar het tijdstip waarop de stroom werd uitgeschakeld was telkens een verassing hoewel dit wel altijd ‘s avonds gebeurde. Soms stond je nog onder de douche en moest onze duiklamp uitkomst bieden. Het ergste was nog dat de plafondventilator die enige verkoeling moest brengen tijdens de nachten ook uitviel. De deuren openzetten (ramen waren er niet) was geen alternatief want in die periode heerste er een rattenplaag in de jungle achter ons hutje omdat de “pest-controll” van de overheid niet had kunnen spuiten dat voorjaar vanwege de heftige regenval. Na enige dagen begonnen we toch een gevoel voor het ritme van stroomonderbrekingen te krijgen en we hadden dan ook besloten dat we op een bepaalde avond met onze huurauto naar een verlicht deel van het eiland zouden rijden om uit te gaan eten. Nadat we de bestelling hadden gedaan en we ons verkneukelden over ons goede plan viel met een luide klap de tweede generator uit en zaten we wederom in het donker. Haastig werden er kaarsen neergezet en aangestoken. Na een tijdje kwam ons eten en we vervloekten onszelf dat we de duiklamp thuis hadden gelaten. De ober riep diverse malen “A very romantic diner”. De schaduwen die de kaarsen over ons eten wierpen speelde ons parten. “Bewoog daar iets onder die gebakken aardappelen”? “Ik weet zeker dat er iets wegkroop in het bolletje rijst”. Met lange tanden zetten we de maaltijd voort die abrupt eindigde toen vanonder de sla een levensgrote bloedzuiger tegen de rand van het bord omhoog probeerde te kruipen. Op de terugweg naar huis reden we door het regenwoud over een onverlichte weg. plotseling vielen de lichten van de auto uit. Verder rijden was levensgevaarlijk. Je zag geen hand voor ogen. wat nu? Een zekering doorgebrand? Nadat we auto uit hadden gezet en daarna weer gestart deden tot onze grote opluchting de lampen het weer en zijn we veilig naar ons donkere hotel gereden.

Na jaren zoeken we in een restaurant nog steeds de best verlichte tafel. Wij houden niet meer van die “very romantic diners”.

Vliegticket schermutselingen:

Als je je vliegtickets goed bekijkt dan zie je dat je een boekje krijgt met een voorkantje, vervolgens twee flinterdunne papiertjes (je tickets voor de heen- en terugreis) en dan nog een achterkantje waarop een doorslag  staat. De meeste mensen, waaronder wij, nemen meestal niet de moeite om deze papiertjes doorlopend goed te bestuderen. Toch kan het nuttig zijn dit goed te bekijken. Ons gebeurde het volgende:

Bij vertrek op Schiphol naar Bonaire en Curaçao heeft de grondstewardess per ongeluk allebei de tickets verwijderd ipv alleen de heenreis. Deze worden dan in een instapkaart geniet en bij de gate voorgoed ingeleverd. Na een heerlijke tijd op Bonaire zouden we weer huiswaarts keren en we checkten onze koffers in op een vluchtje van Air ALM naar Curaçao waar we onze aansluiting zouden nemen met de KLM naar Amsterdam. Omdat onze koffers transit zouden zijn vroeg een stewardess van de ALM onze tickets naar Amsterdam en toen werd de verwijdering ontdekt van het retour ticket van Johanny. Wat nu? Onze ALM vlucht zou over ongeveer een 45 minuten vertrekken maar het was niet zeker of de KLM ons wel mee zou nemen naar Nederland. Er zou een telex gestuurd worden naar Curaçao waarop men alvast rekening met ons kon houden. We hadden overigens onze stoelen voor terugreis vooraf al gereserveerd. Tot slot besloten we toch maar aan boord te gaan van de ALM naar Curaçao maar wat schetste onze verbazing? De bewaker sloot voor onze ogen de gate en samen met een 10-tal anderen stonden we te kijken hoe het ALM vliegtuig vertrok mét onze koffers. Nu is het normaal gesproken ten strengste verboden dat een vliegtuig vertrekt met de koffer zonder de desbetreffende passagier maar dat was nu wel het geval. Nu zouden we zeker onze aansluiting naar Amsterdam missen. Na uren gediscussieerd te hebben op de luchthaven van Bonaire was de situatie nog geen haar verbeterd eerder verslechterd. Er werd ons de optie geboden om naar Aruba te vliegen om daar standby te gaan staan voor een vlucht naar Nederland. We moesten natuurlijk wel nog even een nieuw ticket kopen voor Johanny. Dat deden we dus niet en we besloten om te proberen onze koffers met de ALM weer terug te krijgen op Bonaire met de laatste vlucht en dan de volgende dag te bekijken hoe we verder zouden gaan. We huurden maar weer een autootje voor 1 dag en we namen een klein, goedkoop hotel ipv het v/d Valk resort dat vlak bij de luchthaven ligt maar wel $250,- per nacht kost. Gelukkig kregen we net voor middernacht onze koffers terug; ze waren niet naar Nederland doorgestuurd. De volgende dag hebben we de gehele dag op het vliegveld doorgebracht en alle opties besproken om terug te keren naar Nederland. In de middag namen we een ALM naar Curaçao waar we zouden proberen om stoelen te krijgen voor de KLM vlucht van die avond. Op Curaçao aangekomen werden we van de ene balie naar de andere gestuurd. De ene douanier zei dat we stempels moesten halen bij de ticketbalie en een nieuw ticket konden kopen. Later bij een andere balie konden we voor $180,- mee op de vlucht van vanavond. Wij gingen daar uiteraard niet op in want we vonden dat het onze fout niet was en de tickets op deze lijn zijn al duur genoeg. Uiteindelijk 15 minuten voor het vliegtuig zou vertrekken kwam er een stewardess die ons een papiertje overhandigde met enkele krabbeltjes en stempeltjes erop. Vervolgens hebben we gerend naar de gate en over de startbaan. Achter ons werd de deur van het vliegtuig direct gesloten en we vertrokken naar Nederland nota bene op onze eigen gereserveerde stoelen. Tot onze grote verbazing kwamen op Schiphol onze koffers van de band af. Wat een organisatie!

Dieren liefhebbers

Een verblijf in de binnenlanden van Suriname is zondermeer aan te bevelen. Vooral overdag is de omgeving schitterend. Wij verbleven in een indianendorpje ver van de bewoonde wereld dicht bij de Braziliaanse grens. De moderne wereld heeft nog geen vat op deze mensen die erg dicht bij de natuur staan. Een van de westerse vanzelfsprekendheden is dat wij in Europa elektriciteit hebben. Maar hier is die luxe nog niet doorgedrongen. Overdag is dat geen enkel probleem maar ‘s avonds als de zon onder is merk je pas hoe duister het is in het oerwoud. Onze vriendelijke indiaanse gastheren hadden gelukkig wel een olielampje voor ons. Dus wanneer wij ‘s avonds laat het kampvuur verlieten om naar ons hutje te gaan, wierpen de vlammetjes in ons lampje spookachtige schaduwen voor ons uit. In het hutje stonden 2 bedden met elk een eigen klamboe. Tijdens het tandenpoetsen moest je de kikkers van je lijf houden die tegen je benen opsprongen. Eenmaal  sprong een kikkertje vanaf de grond tegen de klamboe aan en landde op Johanny’s gezicht. Schrikken dus. Vanwege de totale duisternis besloten we om in een hoek van ons hutje het olielampje aan te laten op een laag pitje. Niet zo slim. Het zwakke schijnsel viel door alle kieren en naden naar buiten en lokte zo ongeveer alle gevleugelde dieren uit het omringende oerwoud naar ons optrekje. Na een uur zoemden er enige duizenden nachtvlinders, muggen en andere beesten door onze hut. Op zich viel er bij dit geluid nog te slapen maar door de aanwezigheid van zoveel dieren werden de vleermuizen, die een nest met jongen hadden in onze hut, wakker en begonnen zij achter deze vliegende insectenmeute aan te jagen. Wie nu nog durft te beweren dat vleermuizen geluidloos jagen moet maar eens in Suriname gaan luisteren. Van slapen kwam natuurlijk niet veel meer. Het was een gigantische “heksenketel” die zijn hoogtepunt (voor ons dieptepunt) bereikte toen de vleermuizen, al vliegend, op een van onze klamboes poepten. Ik hoef niemand uit te leggen dat de geur van vleermuizenpoep zo ongeveer het vreselijkste is dat je in een relatief afgesloten ruimte kan hebben.  Het olielampje hebben we maar uitgedraaid en toen de rust weer enigszins weerkeerde zijn we met een zaklamp  op zoek gegaan naar het vleermuizennest.  We werden weer opgeschrikt ditmaal door een gigantische vogelspin aan de binnenkant tegen het palmendak. Zo’n spin is weliswaar geluidloos maar toch…. we zouden liever slapen zonder hem. Uiteindelijk zijn we teruggegaan naar het dorp en hebben we bij het stamhoofd versterking gehaald in de vorm van een bezem. Het stamhoofd wilde niet dat we het beest weghaalden, hij zei: “Dit zijn zeer nuttige dieren want ze vangen muizen en insecten. Je mag vogelspinnen niet doodmaken”. Met een bezem hebben we de monsterlijke spin van het palmendak gehaald en naar buiten geveegd. Of hij ‘s nachts binnen of buiten de hut heeft geslapen weten we niet. Of slapen spinnen niet ‘s nachts….

Een hapje eten!

Enige jaren geleden waren wij op Saba. Aangezien de meeste mensen ‘s morgens komen, de Mount Scenery beklimmen en aan het eind van de middag weer vertrekken, waren de meeste mensen zeer verbaasd dat wij enige dagen bleven. Sommigen meenden dat wij er zelfs waren komen wonen. Omdat het rijbewijs toerisme niet meer mogelijk was, was het toerisme behoorlijk afgenomen op Saba. Op onze eerste avond reden we naar Scout’s place om daar een hapje te eten. In het restaurant stonden zo ongeveer 150 tafels met zeker het dubbele aantal stoelen. Op dat moment zat er niemand te eten. We liepen naar de bar en vroegen de eigenaar of we hier konden eten en dat beantwoorde hij bevestigend. Hij gaf ons twee menukaarten die wij vervolgens uitgebreid bestudeerden. Na enige tijd hadden wij ons oog laten vallen op de gegrilde vis in creoolse saus. “Hebben jullie gereserveerd”? vroeg de eigenaar. Wij staarden naar de grote lege ruimte met honderden lege stoelen. “Nee” moesten wij bekennen. “Nou, maar dan kunnen jullie hier vanavond niet eten hoor” zei de eigenaar! Een beetje ongelovig staarden wij hem aan. Niet eten? Waarom dan niet? “Nou als jullie gegrilde vis willen eten dan moeten jullie dat nu bestellen en dan kunnen jullie die morgen komen eten” zei hij triomfantelijk! “De vis is namelijk nu nog bevroren en als jullie morgen komen dan heb ik hem ontdooit”.

Tja, er was geen speld tussen te krijgen dus we reserveerden voor de volgende dag en dropen af naar huis. De volgende avond  waren we bijtijds in het restaurant Scout’s Place aanwezig. Het was er wederom uitgestorven. Om te kunnen genieten van het uitzicht kozen wij een tafeltje dicht bij de balustrade. Vanaf hier hadden we een schitterend uitzicht over Saba dat lag te baden in het avondlicht van de ondergaande zon. Enigszins nerveus kwam de eigenaar zich even later melden. Of wij toch niet een ander tafeltje wilden nemen. “Waarom” vroegen wij? Welnu hij had voor ons al een tafel gedekt. We stonden op en liepen met hem mee. Vlak bij de bar, op het eerste tafeltje lagen in twee servetjes gerold een mes en een vork. “Kijk, deze tafel is voor jullie gereserveerd” zei de eigenaar. Het was duidelijk dat dit tafeltje het allerdichtste bij de keuken was, hij hoefde op deze manier niet zo ver te lopen. Het uitzicht was misschien wat minder maar de vis was overheerlijk!

Reacties zijn gesloten.