Costa Rica 2000

Zomer 2000

In augustus 2000 zijn wij 2 weken door Costa Rica gereisd. Wat een fantastisch land. Overal waar wij kwamen hebben we vriendelijke mensen ontmoet. En ook overal een overweldigende natuur; prachtige planten en dieren.

Onze reis begon met een overnachting in San Jose (hotel Torremolinos) en daarna zijn we met een bus naar Tortuguero aan de Caribische kust gegaan. We hebben 3 dagen in de Mawamba Lodge gelogeerd. Overdag schitterende tochten op de kanalen en rivieren gemaakt. We hebben o.a. kaaimannen, krokodillen, kikkers, vogels, luiaarden, apen gezien. ‘s Nachts op het strand hebben we schildpadden bewonderd die aan land komen om eieren te leggen. Helaas is zwemmen alleen toegestaan in het zwembad. In zee patrouilleren haaien die op schildpaddenjacht zijn en het water is erg troebel dus…. en in de kanalen leven grote krokodillen.

Daarna zijn we met een huurauto naar het Zuid-Oosten gereisd. Ten zuiden van Cahuita verbleven we in Playa Manzanillo, een paar kilometer van de grens met Panama. Shawanda Lodge is een voortreffelijk verblijf wat gerund wordt door een Française. ‘s Nachts hoor je groepen brulapen die rondtrekken en soms word je ‘s ochtends gewekt door deze dieren omdat ze boven je hut zitten. ‘s Ochtends moet je je schoenen uitkloppen voordat je ze aantrekt, want er zaten veel schorpioenen in de hut. Ook boomkikkers kruipen wel eens naar binnen. De badkamer is overigens een van de mooiste ter wereld. Prachtig ingelegde mozaïek tegeltjes. We wilden hier gaan duiken maar dat is er vanwege de regen niet van gekomen. De rivieren spoelen enorme hoeveelheden modder de zee in. Het zicht is dan ook beperkt tot een meter of vier. Hier ligt overigens het enige koraalrif van Costa Rica. Helaas waarschijnlijk alleen toegankelijk buiten de regentijd. Een aanrader is zeker het luiaarden- opvangcentrum “Aviarios del Caribe”, ongeveer 7 kilometer ten noorden van Cahuita. Men vangt luiaarden uit het hele land op en plaatsen die, als het enigszins kan, terug in de natuur. Ze hebben o.a. een 3-teen luiaard die er al ruim 10 jaar verblijft.

Daarna zijn we het binnenland in getrokken. Eerst naar Turialba; dit is het centrum voor rafters. De rivier de Reventazon wordt op dit moment gekanaliseerd dus de mogelijkheden om te raften worden minder. We verbleven hier in Casa Turire; dit is een oud landhuis in koloniale stijl. Heerlijk om weer eens in luxe te verblijven na een week “afzien” in de jungle. Vervolgens zijn we naar het noorden gereden naar het plaatsje La Fortuna. Dit ligt aan de voet van de actieve vulkaan de Arenal. Vanaf Turialba is dit ongeveer 3 uur rijden. ‘s Avonds om 18.00 uur zijn we met een plaatselijke gids (Amistad), door het regenwoud, richting de top van de vulkaan gelopen tot 400 meter onder de top.

Helaas was het bewolkt en zagen we weinig. Wel hoorden we de vulkaan rommelen en de sterke geur van zwavel was onaangenaam. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te regenen, een harde tropische bui. Ons steile junglepaadje veranderde ogenblikkelijk in een modderig riviertje, waarlangs wij naar beneden moesten glijden. De duisternis was inmiddels gevallen en het was stikdonker in het oerwoud. Zaklantaarns verlichtten ons “pad”. We moesten oppassen dat we niet met onze handen een tak vastpakten waar b.v. een slang of een giftige reuzenspin op zat. Inmiddels waren we doorweekt ondanks onze regenkleding. Na ruim een uur werd het pad minder steil en waren we aan de voet van de berg. Toen de tropische regenbui voorbij was klaarde de lucht op en kregen we een fantastisch uitzicht op de roodgloeiende lava die naar beneden stroomde.. Als je wil kun je daarna relaxen in de warmwaterbronnen die je aan de voet van de vulkaan kunt vinden. Soms is dit bij de excursie inbegrepen, anders dien je zelf de entree te betalen.

Onze één na laatste etappe was het Monte Verde cloud forest. We zouden dit bereiken via een kort ritje naar Tilaran en daarna de slechte weg naar Monte Verde. Helaas, langs het meer Arenal was de weg weggespoeld tijdens de tropische bui van gisteravond en konden wij er niet door. Omgedraaid en teruggereden, na 4 uur rijden, stonden we weer in La Fortuna. Een andere weg bleek vele kilometers om, maar we hadden geen keuze. Helemaal naar het zuiden gereden en bij San Ramon de Pan-American Highway op. Daarna weer naar het noorden en de afslag genomen naar Monte Verde.

Monte Verde is het nevelwoud van Costa Rica. Het is er enorm vochtig waardoor er een weelderige plantengroei is ontstaan. Ontzettend veel vogels bewonen deze uitgestrekte wouden waaronder de zeer zeldzame Quetzal. Deze wordt wel de mooiste vogel ter wereld genoemd. De meeste kans om deze vogel te zien is in het broedseizoen (voorjaar). Gidsen weten waar de nesten zitten. Wij waren hier in augustus en we hebben alleen Kolibri’s gezien. Na twee dagen waren onze kleren zo vochtig dat het tijd werd om te vertrekken. Zelfs onze duikcomputer was aangesprongen in het appartement en die doet dat meestal alleen onder water. Wij verbleven in een relatief luxe accommodatie genaamd Sapo Dorado. Dit betekent “gouden kikker”. Vroeger kwamen deze zeldzame dieren veel voor in het vochtige oerwoud van Monte Verde, maar de laatste jaren zijn ze niet meer gesignaleerd. In het dorpje Santa Elena heeft men door de boomtoppen van het regenwoud hangbruggen gespannen. In totaal zijn er 7 hangbruggen waarvandaan men een gedeelte van het regenwoud kan bekijken. Je voelt je hier een met de natuur als je het woud van bovenaf bekijkt. Je kunt ook een z.g. Canopy-tour doen. Hierbij slinger je van boom naar boom. Het is wel spectaculair maar als je vogels of andere dieren wilt zien kun je beter wandelen.

Ons laatste verblijf was aan de Stille Oceaan in Playa Ocotal. Een luxe hotel met een duikcentrum. Wij waren hier immers ook voor het duiken. De duikschool is goed uitgerust met moderne spullen. Hoewel het hier een tikje duurder is vergeleken met de kleinere schooltjes in het dorp, maakt de service en de snelle boot veel goed.Vooral als je heel ver moet varen. Op onze eerste duik troffen we een flink aantal white tip sharks. Het zicht viel ons een beetje tegen; slechts 7 meter. Er is weinig tot geen koraal. De temperatuur van het water was heerlijk; ongeveer 26 graden Celsius. Er zijn heel veel verschillende soorten vissen in deze voedselrijke wateren. De vissen zijn ook groter dan aan de Caribische kant. Op de terugtocht kwam er een enorme school dolfijnen spelen in de boeggolven van onze boot. Deze groep is hier altijd en elke ochtend bij het ontbijt zagen we ze in de baai zwemmen. De volgende dag zijn we gaan duiken bij Catalina Island. Ongeveer een uur varen vanaf Ocotal. Een vrij ruige zee omspoelde de kale rotsen. Het werd een driftduik omdat de boot hier niet kan ankeren. In het begin van de duik, op 10 meter diepte, zagen we 5 white tip sharks die lagen te rusten op de bodem. Even later kwam er een school roggen boven ons hoofd voorbij. Tegen het einde van de duik zwommen we recht in een reusachtige school met grote adelaarsroggen (cow-nose rays). Het waren er wel duizend! Overal waar we keken zagen we roggen onder ons, boven, links en rechts. Een fantastisch ervaring!

Deze sierlijke roggen zijn familie van de eagle rays (adelaarsroggen) maar hebben een wat plompere kop. Helaas zat de duiktijd er weer op. De tweede duik werd op veler verzoek op exact de zelfde plek gedaan. Weer haaien en weer roggen maar nu niet zoveel. Regelmatig worden hier bullsharks gezien, maar wij hadden dat geluk niet. ‘s Avonds in het restaurant kwam er regelmatig een ‘gast’ aan onze tafel dineren: een wasbeer. Helaas kwam aan deze vakantie ook een einde en moesten we naar de luchthaven in San Jose. Dit is ongeveer 5 uur rijden. Na enige problemen op de luchthaven met het betalen van de luchthaven tax (alle banken zijn hier namelijk gesloten op zondag en de pinautomaat was kapot) zijn we met Martinair naar Amsterdam gevlogen, met een tussenstop in Miami.

Een onvergetelijke reis in een onvergetelijk land!

Lees hier ons reisverslag!

Reacties zijn gesloten.